G. Luggenhorst (1781) – G. Thünker (1898)

Promotieklasse S.B.O.: ronde 1

Holten 1 – De Oppositie 1

11 oktober 1999

 

  1.  e4       c5

  2.  Pf3       Pc6

  3.  Pc3       g6

  4.  d3       Lg7

  5.  Ld2       d6

  6.  h3       Pf6

  7.  Le2       Ld7

  8.  0-0       0-0

  9.    a3          

Wit opent rustig, zoals hij wel meestal doet. Hij laat eventueel het initiatief over aan de tegenstander, zeker gezien de sterkte van de tegenstander. Deze doet dan ook de eerste uitval.

  9.         Pd4

Wit heeft geen probleem met een eventuele afruil. De loper is erg zwak, afruil van het paard maakt de witte loper sterker. Wit maakt zich meer zorgen over de diagonaal en het zwakke veld b2. Door de toren op de b-lijn de plaatsen is dit veld gedekt en maakt een eventuele b4 mogelijk.

10.   Tb1       Pe2+

11.    Pe2          

Door het stuk met het paard terug te nemen kunnen de pionnen op de damevleugel naar voren. Verder kan de loper op de diagonaal gezet worden.

11.          Ph5

12.   Lc3       e5

Zwart wil de loper nog niet kwijt en gooit de diagonaal dicht. Wit opent hierop de aanval op de damevleugel.

13.   b4       b6

14.   bc5       bc5

Na 13. b4 wenste zwart terecht niet te slaan. Na 13.  ….  cb4 zou 14. Lb4 druk zetten op d6. Ook b7 stond indirect onder druk. Zwart dekte terecht de pion, waarna wit de b-lijn openbreekt.

15.   Tb2       f5

16.   ef5       Tf5

Terwijl zwart de b-lijn in zijn bezit wil nemen, opent zwart de aanval over de andere kant. Na 15. …. f5 moet de pion bijna wel geruild worden, want anders komt 16. …. fe4  17. de4. Wit kijkt dan wel op d6, maar door Lc6 te spelen wordt de pion gedekt en wordt de witte koning van alle kanten aangevallen; geen prettig vooruitzicht. De f-pion wordt met de toren teruggenomen om onprettige verrassingen via een vorkje op g4 te voorkomen. G4 zou nu leiden tot een ongedekt paard op f3.

17.   Pd2       d5

Pd2 zorgt weer voor de dreiging van g4. D5 is een zet met dubbele bedoelingen. Ten eerste wordt het veld e4 onbereikbaar voor het paard. Waarschijnlijk kon zwart niet goed overzien wat na 17.    Tg4 zou gebeuren. 18. Pe4 is dan een logisch vervolg, hoewel het vervolg de nodige valkuilen kent. Na 18.  …. Lh3 zou 19. Pg4  Dg4 zware druk zetten op de koningstelling. Pg3 kan wit net voldoende ruimte bieden om een mat te voorkomen, maar zwart krijgt naast het paard ook nog twee pionnen voor de toren. De tweede bedoeling van d5 is de doorstoot naar d4 waarbij de loper op c3 gevangen wordt.

18.   Pb3       Tg5

Met Pb3 wordt ruimte gecreëerd voor de loper op c3 en wordt c5 aangevallen. Zwart moet het gevaar van de vork in de gaten houden, hoewel g4 alsnog beantwoord kan worden met Tg5, en gaat verder met de aanval op de koning. Door de penning van g2 staat h3 in.

19.   Kh2       Dc7

Wit verlaat de penning. Daarbij wordt voor h2 gekozen om extra dekking aan h3 te kunnen geven. Zwart antwoordt direct met Dc7 om gebruik te maken van aftrekschaak met e4 en tevens de pion op c5 te dekken.

20.   g3       Tf8

21.   Pc5       Dc5

Wit dacht een leuke combinatie te zien met het paardoffer op c5. Het plan was om 22. Lb4 te spelen om de toren op f8 te kunnen nemen. Hierbij zag hij 22. …. Tf2+  over het hoofd. Na afruiling van de torens heeft zwart een stuk meer en wit staat nagenoeg mat. Wit moet redden wat er te redden valt.

 

22.   d4       ed4

Met d4 probeert wit de lijn van Dc5 naar f2 in ieder geval tijdelijk te blokkeren. Vreemd genoeg sloeg zwart de pion terwijl hij beter de dame had kunnen verzetten, a3 was zelfs ongedekt. Achteraf gaf zwart ook toe dat de pion zonder na te denken geslagen werd. Wit kreeg de mogelijkheid alsnog het plan uit te voeren.

23.   Lb4       Dc6

24.   Lf8       Kf8

Naar mijn idee was 24.  … Lf8 beter geweest. De koning komt nu op de tocht te staan.

25.   Tb8+       Kf7

26.   Pd4       Dc7

27.    Df3+                 Pf6

In 3 zetten tijd worden de rollen omgedraaid. Wit heeft een aantal mogelijkheden om de f-lijn te blokkeren. De witte dreiging met de dame op D5 met schaak zorgt zwart voor de nodige hoofdbrekens. Een verdere wandeling van de koning geeft de mogelijkheid om de toren van f1 op de e-lijn te plaatsen.

28.   Tfb1       Lc8

De loper op c8 moet de binnenkomst van een toren op b7 voorkomen.

29.   Df4 !!

Krachtige zet. De witte dame valt zowel de ongedekte dame als toren aan. Afruil van de dames zorgt voor een aanval op de toren op g5 en de loper op c8. Wit krijgt in ieder geval materiaalvoordeel.

29.          Dd7

30.   Dg5       Dh3+

31.   Kg1       Pg4

Zwart zet een laatste wanhoopsaanval in. Aangezien de aanval maar met twee stukken plaatsvindt en wit via tussenschaakjes op de essentiële velden komen.

32.   Dd5+       Kf6

33.   Df3+       Lf5

34.   Pf5       gf5

35.   T1b5       Ph2

Wit heeft geen zin in verdere complicaties en stuurt aan op afruil van stukken.

36.   Dg2       Dh5

Zwart probeert zich nog naar een eeuwig schaaksituatie te manouvreren. Na 37. Dh2  Dd1+ en 38. Kh2 heeft wit de velden f3 en d5 onder controle. Eeuwig schaak zit er niet in.

37.   Dh2       Dd1+

38.   Kg2       Dc2

De pion op c2 mag zwart hebben.

39.   Dh4+       Kg6

40.    Df4

zwart geeft op: 1-0

 

Via het schaakje Dh4 kreeg wit de mogelijkheid om het strategisch veld f4 te nemen. Eventuele aanvallen van de zwarte dame over de diagonaal kunnen met Df3 opgevangen worden. De witte torens kunnen het wek verder afmaken. Zwart ziet in dat verder doorspelen geen zin meer heeft.

Terug naar homepage